Bouwfysica zaalruimte

Bouwfysica is "de fysica van de gebouwde omgeving". Deze betreft de fysische aspecten van de gebouwde ruimte en van gebouwconstructies en installaties. De fysische aspecten zijn licht, warmte, lucht, vocht en geluid.

• Speelveld: ruimte die is afgebakend middels belijning ten behoeve van het spel van de betreffende sport;
• Uitloopruimte: de ruimte direct grenzend aan het speelveld welke obstakel vrij is;
• Opstelruimte: de ruimte direct aan de uitloopruimte benodigd voor staf, reservespelers en jury/scheidsrechter incl. benodigdheden;
• Wedstrijdruimte: de ruimte van het speelveld, uitloopruimte en opstelruimte tezamen;
• Zaalruimte deel: een zaalruimte welke afsluitbaar is gesplitst van de overige delen van de zaalruimte;
• Zaalruimte: een afsluitbare ruimte met minimaal een wedstrijdruimte;
• Combiveld: een speelveld combinatie van zaalhandbal, zaalkorfbal, zaalhockey en zaalvoetbal.

Zie voorschrift US1-BF2

Algemeen

Verwarmingsinstallaties en ventilatie-installaties zijn bestand tegen mechanische beschadigingen door spelmateriaal en door sporters.

Verwarming

De verwarmingsinstallatie kan de wedstrijdruimte verwarmen tot ten minste 15° C.

De verwarmingsinstallatie kan de wedstrijdruimte verwarmen tot ten minste 20° C.

Er zijn geen inblaasroosters achter de opstelruimte.

Ventilatie

De zwaarste van onderstaande voorschriften is van toepassing:

• Per actieve sporter kan de lucht door ventilatie worden ververst met ten minste 40 m3 per uur en per toeschouwer ten minste 20 m3 per uur.
• De lucht van de zaalruimte, exclusief tribune, kan met een minimum van 7 m3 per m2 vloer per uur door ventilatie worden ververst of met eenmaal de inhoud van de netto zaalruimte, exclusief tribune.

Indien de wedstrijdruimte opdeelbaar is, voldoen wedstrijd ruimte delen afzonderlijk aan de ventilatievoorschriften.

Luchtsnelheden

Bij badminton zijn de luchtsnelheden ten gevolge van de verwarmingsinstallatie en ventilatie-installaties tot een hoogte van 3.000 mm niet hoger dan 0,5 m/s.

Zonder badminton zijn de luchtsnelheden ten gevolge van de verwarmingsinstallatie en ventilatie-installaties zijn tot een hoogte van 3.000 mm niet hoger dan 1,0 m/s.

Akoestiek

De toegestane maximale nagalmtijd en het maximale geluidsniveau worden gebaseerd op het totale volume van de wedstrijdruimte. De waarden zijn weergegeven in tabel 5 .

Akoestiek groter dan 29.000 m3

De maximaal toegestane nagalmtijd (RT) voor wedstrijdruimten met een inhoud groter dan 29.001 m3 wordt bepaald uit figuur1. In figuur1 zijn het volume van de wedstrijdruimte en de gemiddelde geluidabsorptiecoëfficiënt ( α) van vloer, wanden en plafond de parameters waarmee de toegestane nagalmtijd wordt bepaald. Het voorschrift voor de nagalmtijd is gebaseerd op een gemiddelde geluidsabsorptiecoëfficiënt van α = 0,25. De maximaal toegestane nagalmtijden is de waarde op de RT-as welke correspondeert met het kruispunt van de ordinaten van het volume en de geluidabsorptiecoëfficiënt (α = 0,25).

Nagalmtijd per frequentieband

De nagalmtijd per frequentieband (Tmax/fb) is het rekenkundig gemiddelde van alle meetresultaten bij alle bron- en microfoonposities per frequentieband, het betreft de frequentiebanden 125, 250, 500, 1000, 2000 en 4000 Hz. Het voorschrift voor de nagalmtijd per frequentieband is: Tgem.: Tmax/fb ≥ 0,7. Dit voorschrift geldt voor alle volumes inhoud van de wedstrijdruimte.

Achtergrondgeluidsniveau

Het achtergrondgeluidniveau is het geluidniveau dat in een wedstrijdruimte wordt gemeten zonder dat er activiteiten plaatsvinden. Het achtergrondgeluidniveau in een wedstrijdruimte mag niet meer bedragen dan 40 dB(A).